Kaneel is een populaire specerij die wordt gemaakt uit de binnenste schors van de Cinnamomumboom. Repen van de bast worden gedroogd totdat ze zich oprollen tot wat we kennen als kaneelstokjes. Deze kunnen vervolgens worden vermalen tot poeder worden verwerkt tot een extract. De unieke geur en het aroma van deze specerij komen voort uit de essentiële oliën erin en bepaalde stoffen, vooral kaneelaldehyde.

Er zijn twee soorten kaneel, namelijk  Cassia kaneel en Ceylon kaneel.

Cassia kaneel
Cassia of Kassie komt uit oorspronkelijk uit China, maar wordt ook op grote schaal geteeld in Zuid-Azië. Het wordt gemaakt van de schors van de binnenschors  van Cinnamomum cassia boom. Deze kaneel wordt verkocht als de standaard kaneel die je bijvoorbeeld in de supermarkt vindt.

Cassia kaneel heeft een diep bruinrode kleur en de stokjes zijn wat dikker dan Ceylon kaneel.

Het wordt beschouwd als een mindere kwaliteit kaneel. Het is erg goedkoop en het wordt wereldwijd het meest gegeten. Cassia heeft een hele sterke, kruidige en wat bittere smaak. Dit komt doordat 95% van de olie erin bestaat uit kaneelaldehyde.

Ceylon kaneel
Ceylon kaneel, oftewel echte kaneel, komt uit Sri Lanka en de zuidelijke delen van India. Het wordt gemaakt van de binnenschors van de Cinnamomum verumboom. Ceylon kaneel is lichtbruin van kleur en wordt al heel lang geprezen als specerij. Deze kaneelstokjes zijn wat holler.  Het is behoorlijk duur vergeleken met Cassia. Het heeft een delicate en licht zoete smaak en is geschikt voor desserts.